Persaad maken
Wat is prasaad
Prasaad (in het Sanskriet “Prasaadam”) is voedsel dat eerst aan God is geofferd.
Het woord ‘prasaad’ betekent letterlijk ‘genade’; eerst wordt genade van God verkregen
voordat men het voedsel zelf eet. Geofferd voedsel wordt als heilig beschouwd.
Prasaad wordt door velen als karma-vrije voedsel beschouwd omdat het geofferd en
daardoor heilig is. Prasaad wordt bereid om te offeren en God te plezieren en niet om
ons eigen zintuigen te bevredigen. Door te offeren staan we tevens stil bij de herkomst
van alle voedsel en goederen. God voorziet ons van alles en daarom moeten we ook
Hem gedenken en niet alleen met onszelf en de bevrediging van onze zintuigen bezig zijn.
Door te offeren gedenken en danken we God en bidden we dat we altijd in de gelegenheid
worden gesteld om dit soort offers te brengen. Het brengt voorspoed door geofferd voedsel
met zoveel mogelijk mensen te delen. Het geofferde voedsel doet een vonk ontwaken in
iemands ziel. Wie weet ontwikkelt zich in die persoon ook liefde voor God?
De een offert speciaal zoete spijzen aan God in de mandir of thuis, de ander offert al het
eten voordat het gezin of de persoon het zelf gaat eten.
Wanneer is voedsel prasaad?
Voedsel wordt prasaad als wij het uit liefde aan God toevertrouwen voordat wij er zelf van eten. Al dit voedsel noemen we “naivedyam of bhoga-naivedyam” (offerspijzen). Hieronder valt – zoals eerder beschreven – slechts het vegetarische. Dierenvlees wordt niet geofferd en daarom ook niet zelf genuttigd. De heersende opvattingen vanuit het Hindoeïsme zijn, dat men uit liefde niet een ander levend wezen kan slachten. Het zelfzuchtig slachten van dieren en het stoffelijk overschot ervan opeten zou in strijd
zijn met het eenheidsprincipe waar het Hindoeïsme juist van uit gaat: wij allen zijn met
elkaar verbonden en moeten elkaar met liefde en respect bejegenen.
Dit zuiveringsproces begint volgens de Veda allereerst met het zuiveren van ons voedsel.
De Chandogya Upanishad, onder andere, leert ons dat de geest helder kan worden door
zuiver voedsel te consumeren; aahaar shuddhau sattva shuddhih. Aahaar betekent
niet alleen stoffelijk voedsel, maar alle zaken die we via de zintuigen naar binnen brengen.
Dit is dus alles wat we horen, zien, proeven, ruiken en wat we voelen. Onze perceptie van
de wereld is geheel afhankelijk van wat we aan stimuli via de zintuigen aan onze geest
offeren. Om ons geest te zuiveren en zuiver te houden moeten alle zintuiglijke ervaringen
rein zijn. Deze wisselwerking van impulsen van buiten naar de geest (binnen) bepaalt
uiteindelijk weer ons handelen naar buiten toe, of de zogenaamde output die we ‘karma’
noemen. Ons uiterlijke voedsel is dus de input, die vervolgens ons denken, voelen,
waarnemen, zeggen en doen bepaalt. Spreekwoordelijk gaat ook voor de hindoe filosofie
op: je bent wat je eet! Prasaad is daarom alles wat we uit liefde offeren.